De Gebarenwinkel

placeholder
De website Haagse Kunstgrepen 2.0 is financieel mogelijk gemaakt door

De Gebarenwinkel

Vraag of reactie?

Heb je een vraag of opmerking of misschien wel een tekening?
Stuur je reactie naar mail@vitaaldenhaag.org
Interessante inzendingen of een mooie tekening plaatsen wij graag op deze pagina.

placeholder
placeholder

De Gebarenwinkel

Een lekker heet bad / René van der Kerkhof

De vertaling

verteller: René van der Kerkhof
stem: Peter Bos

De dikke dames

'Welkom bij de aller-, allerlaaste, aller- aller- allerlaatste aflevering van De Gebarenwinkel.
Gaan we nu eerst kijken naar het verhaal van René van der Kerkhof over zijn skivakantie, maar dan nu met stem. Een lekker heet bad.'

René van der Kerkhof

Twee van mijn vrienden vroegen me: ‘Ga je mee skiën?’
‘Skiën? Dat heb ik nog nooit gedaan.’
‘Geeft niet, wij leren het je.’
‘Dat is goed. Ik ga mee.’

We zijn er nog maar net of ik moet al op die latten.
Mijn vrienden hebben nergens moeite mee. Maar als ik probeer een hellinkje op te lopen, glij ik meteen terug.
‘Als je omhoog wil, moet je het wel zo doen.’
‘Aha, dank je.’

Daar is de stoeltjeslift. Hij staat niet stil. Hoe werkt ie eigenlijk? ‘Ga is opzij.’
Mijn vrienden pakken soepel een stoeltje. Maar ja, laat ik het dan ook maar proberen. En het lukt.
‘Alles goed daar beneden?’
‘Ja hoor, ja.’

Ik kijk voor het eerst om mij heen. Aha, we moeten er alweer uit. Het volgende ogenblik sta ik wiebelig klaar. Mijn vrienden leggen mij allebei tegelijk uit hoe het moet.
‘Kijk maar goed naar mij,’ zegt de ene. En daar gaat ie.
‘Ga je mee?’ En de ander suist ook omlaag.
‘Kom op, jongen.’

En ik ga. Ooooo!
‘Geeft niet hoor,’ lachen mijn vrienden. ‘Dat is altijd in het begin. Het komt wel goed.’
Ik voel me opgelaten. We dalen verder af. Het is vallen en opstaan. Na een tijdje gaan mijn vrienden alvast vooruit naar het hotel.
Eindelijk kom ik ook aan. Zitten ze warme chocola te drinken. En hebben ze al een lekker warm bad genomen, zeggen ze. Dat wil ik ook!

Ik ren naar boven en zet de kraan open. Maar het water wordt niet warm. Ik wacht. Het zou toch niet op zijn? Ik ren naar beneden om het te vragen.
‘Ja, als je hier op tijd terug bent is er nog genoeg.’
Nou, ja. Het gaat elke dag hoger. Maar voor mij blijft het stuntelen. En ik bezorg mijn vrienden veel plezier. Op een middag gaan ze weer vooruit naar het hotel. Voor dat warme water natuurlijk. Dat snap ik ook wel. Mij best.
Ik ga oefenen. Ik blijf maar vallen.

Een skiër heeft met me te doen.
‘Ik zal je wat techniek leren,’ zegt de man.
Hij doet het voor. ‘Nu jij. Bovenlichaam naar de berg toe is remmen. Gewicht verdelen in de knieën.’
Het gaat al beter. Ik voel het. ‘Succes hoor. Tot kijk. Bedankt.’ Ik heb het door!

De volgende dag blijf ik onhandig doen als mijn vrienden kijken.
En dan de laatste dag. Ze nemen mij mee naar de hoogste piste. Vlak na elkaar gaan we klaar staan.
‘Ga jij maar vast.’
‘Nou ik wacht even. Ik kijk wel eerst even hoe jullie het doen.’

Mijn vrienden zetten af. Eerst de een en dan suist de ander naar beneden. Dan wolken sneeuw, overal stokken en latten! Ha, ha, nu is het mijn beurt om te lachen.
Ik kijk in de verte en zie de zon. Ik haal eens diep adem. Bril op, en gaan.
Ik glij in cadans. Heerlijk! ’Hoi.’

Mijn vrienden zoeken nog een ski. Ik ben bijna beneden. Ruimschoots op tijd kom ik bij het hotel aan. Gauw naar boven. Ik laat het bad met heet water vollopen. Tot de rand!
Hup erin. Splash…
En ik denk aan die beker met warme chocola die ik ga bestellen! Met veel slagroom. En dan komen ze dadelijk binnen met gebroken skies en halve stokken en dan zeg ik: ‘Pech gehad jongens? Volgend jaar beter!’
En dan neem ik nog een lik.