Leeuw is een dief / Tony Bloem

De vertaling

verteller: Tony Bloem
stem: Marc Krone

In het bos staat een grote boom met een stevige stam.
Op een vloer in een van de takken van de boom staat een tafel.
Aap staat aan tafel het deeg te kneden voor een taart.
Hij gooit het deeg van de ene naar de andere hand.

Dan drukt hij het deeg in de taartvorm netjes met de rand omhoog.
Hij neemt een banaan, knijpt erin.
Plop! Plop! Plop!
Hij mikt een hele berg bananen achter elkaar in de vorm tot die boordevol is.

Aap is tevreden.
Hij zet de taart in de oven.
Deurtje dicht.
‘Zíezo, díe zit erin!’

Verderop in het bos loopt een oude leeuw.
Hij kijkt wat mistroostig.
Och, wat heeft hij een honger!
Hij zoekt en proeft zielig aan het gras en probeert takjes en blaadjes.
Hij ziet een mooie bloem, ruikt eraan en eet ‘m met tegenzin op!

Ondertussen kijkt Aap in de oven.
De taart is klaar!
Hij doet zijn ovenwanten aan en haalt de taart uit de oven.
Wat ruikt hij lekker!
En wat is die heet!
Een heerlijke bakgeur stijgt op en vult de lucht in het bos.

De leeuw krabt juist wat aan de grond als de geur zijn kant op drijft.
‘Ohh, wat ruikt dat lekker, ik ruik taart!
Waar komt die geur vandaan? Waar is dat lekkers?’
Leeuw volgt de geur. Die verrukkelijke baklucht komt uit een boom!
Hij kijkt naar boven.
‘Het lukt mij wel om daar te komen!’
Hij slaat zijn scherpe klauwen in de stam en klimt naar boven.
Hij komt steeds dichterbij.

Leeuw gluurt over het randje van de vloer en kijkt zoekend rond.
‘Jaah, dáár staat die heerlijke taart!’
Verderop staat Aap af te wassen.
Hij wast kopjes en bordjes af.
Leeuw klimt zachtjes naar binnen en sluipt naar de taart.

Héél voorzichtig komt Leeuw dichterbij.
Leeuw spert zijn muil wijd open... maar let op de taart is erg heet! En hij schuift in één keer de hele taart naar binnen!
Hij schrikt.
‘Oei! Héét!’
Leeuw’s muil staat in brand.
‘Oei! Oei! Héét! Héét! ‘
Hij springt op en neer.

Aap staat plots te schudden en kijkt om.
Aap ziet dat de taart weg is en er staat een lééuw op en neer te springen!
Leeuw heeft een probleem.
‘Héét! Héét!’

Aap pakt een glas, vult het met water en geeft deze aan Leeuw.
Leeuw klokt het water naar binnen om de brand in zijn mond te blussen.
Oh, oh, wat een opluchting!

Aap is erg boos.
‘Jij hebt mijn taart opgegeten! Zomaar... in één hap! Ik had hem net gemaakt! Ik ben heel boos op jou!’
Leeuw krimpt in elkaar en kijkt schuldbewust.
‘Ik kan geen taart bakken’, mompelt Leeuw.
Aap schudt zijn hoofd.

‘Als je honger hebt, moet je zelf een taart maken.’
‘Maar ik kan geen taart maken.’ zegt Leeuw.
‘Jij gaat een nieuwe taart bakken! Speciaal voor mij. Ik zal het je leren’.
‘Goed.’ knikt Leeuw kleintjes.

‘Kom maar hier, aan de tafel.’ zegt Aap.
Leeuw doet meel in de kom, de melk erbij en breekt één voor één de eieren.
Het is nog wat onwennig.
Hij kneedt en rolt het deeg over de tafel en het gaat hem goed af.
Hij gooit het deeg heen en weer.

Dan drukt Leeuw het deeg in de taartvorm met de randen netjes omhoog.
Leeuw probeert de bananen uit de schil te krijgen.
Hij knijpt en plop!
Ja hoor, de banaan duikt de bakvorm in.
Plop! Plop! Plop!
Met beide klauwen schiet hij de bananen weg en al gauw is de vorm vol.

Aap opent de klep van de oven, taart erin, klep weer dicht.
Nu moeten ze wachten, wachten, wachten...
Eindelijk kijkt Aap in de oven.
Ziezo, de taart is klaar!
Hij doet de ovenwanten aan en haalt ‘m eruit.
Heerlijk, de taart is gaar!
De verrukkelijke bakgeur vult weer hun neuzen.

‘Ho, even wachten, tot de taart koud is! Ik ga hem snijden.’ zegt Aap.
Hij verdeelt de taart in stukken en kijkt naar Leeuw.
‘Alsjeblieft Leeuw, wil jij ook een stuk.’
‘Dank je wel Aap’, zegt Leeuw en proeft eerst voorzichtig.
Hap!
Wat smult hij van de taart!
En Aap smikkelt heerlijk mee.